Contrast: Waarom “FOFO” misleidend kan zijn
Het waarnemen van contrasten is een effect, dat door een reeks afzonderlijke beelden wordt bereikt. De contrastmeting kan op twee manieren gebeuren: volgens “FOFO” (Full On / Full Off) of volgens ANSI-contrast. FOFO is gemakkelijk te manipuleren en daarom populair bij veel fabrikanten. ANSI levert duidelijk preciezere waarden, maar wordt nauwelijks gebruikt. FOFO meet de verhouding tussen de helderheid van een wit (Full On) en een zwart (Full Off) patroon. Een contrastverhouding van 5.000:1 betekent dus dat een meetapparaat het witte patroon in vergelijking met het zwarte als 5.000 keer helderder meet.
ANSI maakt gebruik van een schaakbordpatroon als referentie voor schaduwen/lichten. Het patroon bestaat uit acht witte en acht zwarte vierkanten. Bij het ANSI-proces wordt telkens de gemiddelde helderheid bepaald en als gemiddelde waarde vastgelegd. De verhouding tussen gemiddelden noemen we ANSI-contrastverhouding.
Maar ook andere factoren spelen een niet te onderschatten rol, bijvoorbeeld de intensiteit van het omgevingslicht, of het soort en de toestand van het projectiescherm!